Loading Een ogenblik geduld
De pagina wordt geladen
Loading
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Juridisch Nieuws

    Arrest 01/12/2021 over AVG en recht tot informatie, inzage en rectificatie persoonsgegevens

    Iedere persoon van wie persoonsgegevens worden verwerkt, heeft recht op informatie, inzage, rectificatie en beperking van de verwerking van zijn persoonsgegevens. Dit staat in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG of GDPR) en dit al sinds 2018.

    Dit grondrecht is verankerd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het Verdrag over de werking van de Europese Unie.

    In een recent arrest van 1 december 2021 besliste het Marktenhof echter dat dit grondrecht geen absolute werking heeft.

     

    Wat deed er zich voor?
    Een klaagster gebruikte haar recht tot informatie, inzage, rectificatie en beperking van de verwerking van persoonsgegevens om informatie te bekomen over haar fiscaal dossier. Ze wou gegevens van fiscale aard laten wissen waarbij de overheid haar mogelijk kon vervolgen voor fiscale inbreuken.

    Volgens het Hof werd hier misbruik gemaakt van het klachtenrecht in het kader van de AVG.  De klaagster in kwestie had immers een ander doel voor ogen dan het doel waarvoor het klachtenrecht bedoeld is.

    In hetzelfde arrest sprak het Hof zich eveneens uit over de omvang van de wettelijke termijn overeenkomstig de artikelen 12.3 en 12.4 AVG waarbinnen de verwerkingsverantwoordelijke informatie moet verstrekken aan de betrokkene.

    Art. 12.3 AVG: De verwerkingsverantwoordelijke verstrekt de betrokkene onverwijld en in ieder geval binnen één maand na ontvangst van het verzoek krachtens de artikelen 15 tot en met 22 informatie over het gevolg dat aan het verzoek is gegeven. Afhankelijk van de complexiteit van de verzoeken en van het aantal verzoeken kan die termijn indien nodig met nog eens twee maanden worden verlengd. De verwerkingsverantwoordelijke stelt de betrokkene binnen één maand na ontvangst van het verzoek in kennis van een dergelijke verlenging, met vermelding van de redenen voor de vertraging. Wanneer de betrokkene zijn verzoek elektronisch indient, wordt de informatie indien mogelijk elektronisch verstrekt, tenzij de betrokkene anderszins verzoekt.

    Art. 12.4 AVG: Wanneer de verwerkingsverantwoordelijke geen gevolg geeft aan het verzoek van de betrokkene, deelt hij deze laatste onverwijld en uiterlijk binnen één maand na ontvangst van het verzoek mee waarom het verzoek zonder gevolg is gebleven, en informeert hij hem over de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij een toezichthoudende autoriteit en beroep bij de rechter in te stellen.

    Het Hof stelt dat het niet scrupuleus naleven van de termijnen op zich een inbreuk is, maar dat de ‘redelijke termijn’ afhankelijk is van de concrete omstandigheden waarin de persoonsgegevens worden verwerkt. De term ‘uiterlijk’ wordt aanzien als een eindtermijn indien er geen redelijke verantwoording voor het overschrijden van deze termijn wordt gegeven.

    In het team van Defensis zitten gespecialiseerde advocaten die al jouw vragen over jouw recht tot informatie, inzage, rectificatie en beperking van de verwerking van persoonsgegevens met plezier beantwoorden. Ook wanneer je als verwerkingsverantwoordelijke wordt geconfronteerd met een dergelijk verzoek.
    Wij zijn er voor jou en jouw bedrijf.

Deze website maakt gebruik van cookies

We gebruiken cookies om u de best mogelijke ervaring op onze site te geven. Cookies zijn bestanden die in uw webbrowser worden opgeslagen en worden door de meeste websites gebruikt om uw webervaring te personaliseren.
Door onze website te blijven gebruiken zonder de instellingen te wijzigen, gaat u akkoord met ons gebruik van cookies.

Cookiebeleid